Er is hier in Sepang een nieuwe klasse te bewonderen: de Speedcar Series. Een klasse met Stockcars, die bestuurd worden door een mix van Formule 1-veteranenen en en paar rijke Arabieren.Het hele concept is bedacht door een Arabische investeerder die kosten noch moeite gespaard heeft om zijn klasse een succes te laten worden. Het concept: een auto van dik 650 pk, zonder elektronische hulpmiddelen en zonder neerwaartse druk. Achter het stuur zitten niet de minste namen: hedenochtend zag ik Ukyo Katayama, Jean Alesi, Stefan Johansson, Johnny Herbert, Gianni Morbidelli en nog zo wat van die grootheden aan het werk.

Gisteren zag ik J.J. Lehto – ooit nog de teamgenoot van Jos Verstappen bij Benetton – terwijl hij in gesprek was met een van de Speedcar-organisatoren, en verdomd, vanochtend zat hij achter het stuur, in een witte overall en een geleende helm. U bent bekend, meneer Lehto? Stap dan meteen maar in.

Johnny Herbert vertelde gisteren al dat het sportief allemaal niet zo gek veel voorstelt: ,,Geen twee auto’s zijn hetzelfde: de ene is wat breder, de andere weer wat hoger.” Sponsoring is uiteraard in geen velden of wegen te bekennen, de Sjeik betaalt, en het prijzengeld is fors.

Dat beloofde dus wat, en die belofte werd vanmorgen tijdens de trainingen meer dan waargemaakt. De auto’s hebben een buizenframe dat zo te zien ontworpen is door iemand die in het dagelijks leven rolsteigers maakt.

De banden hebben alleen nog een lus nodig om als skippybal dienst te kunnen doen en het hele gevaarte is even gemakkelijk een bocht om te krijgen als een praalwagen van het bloemencorso. De coureurs moeten alle zeilen bijzetten om een ronde tot een goed eind te brengen.

Mooie plaatjes leverde het wel op. Jean Alesi had in een bocht zoveel overstuur dat hij besloot niet van het gas te gaan, maar het pedaal juist vol in te trappen. De zwabberende auto werd volledig aan het oog onttrokken door een wikke rookwolk en al driftend kwam Alesi het rechte eind op. Snel? Welnee. Leuk? Ja!

De beelden van de boordcamera’s lieten zien dat ramen, deuren en motorkap naar hartelust om het frame heen wapperen. Bij het aanremmen duikt elke auto een centimeter of twintig in de veren, op het rechte stuk is aan het deinen van de auto te zien wanneer er geschakeld wordt.

Zelfs Stefan Johansson, die in de nadagen van zijn Formule 1-carrière toch in zo’n beetje de slechtste auto’s van die tijd gereden heeft, stapte bezweet en enigszins bleek weggetrokken uit nadat hij in de snelste bocht van het circuit eerst overstuur, toen plotseling onderstuur en vervolgens een drift over alle vier de wielen moest corrigeren.

Want zo’n Speedcar mag dan de wegligging hebben van een chipolatapuddinkje, een vermogen van 650 PK is dan toch best veel. Alsof je een turbomotor op zo’n verrijdbaar videomeubel van IKEA schroeft en ermee het circuit opgaat..

Zouden ze zoiets ook niet voor de pers kunnen organiseren? Voor de zekerheid neem ik naar de volgende Grand Prix mijn helm maar mee.