Mercedes: ‘Klantenteams helpen ons vooruit’
Daan de Geus
17 februari 2015
Mercedes is er van overtuigd dat het er zowel als motorleverancier als team baat bij heeft dat het meer klanten heeft dan de andere motorfabrikanten. ‘We verzamelen meer data en zien het eerder als er problemen zijn’.
Van de rivaliserende motorfabrikanten heeft Honda alleen McLaren als klant, terwijl Ferrari behalve aan haar fabrieksteam enkel motoren levert aan Sauber. Renault heeft tegenwoordig een klantenbestand dat alleen nog maar bestaat uit Red Bull en Toro Rosso, hetgeen Mercedes veruit de meest prominente leverancier maakt, want behalve haar eigen fabrieksteam voorziet het ook de klanten Williams, Lotus en Force India van krachtbronnen.
De Mercedes V6 is daaarbij vooralsnog ook nog eens de sterkste motor gebleken, hetgeen volgens Andy Cowell – het hoofd van Mercedes’ motorafdeling – niet los kan worden gezien van het feit dat het betrekkelijk veel klanten heeft: “Want doordat we meer teams hebben, verzamelen we ook veel meer informatie over onze motor”, legt hij uit aan Autosport.
Dat Mercedes haar aandacht, mankracht en onderdelen over meer teams moet verdelen, is volgens Cowell dus zeker geen nadeel, maar juist een voordeel. “In een situatie zoals nu, waarin we de motorspecificatie moeten bepalen voor we voor de seizoensopener naar Melbourne gaan, maken wij door ons grotere aantal teams immers meer testkilometers, want al onze teams rijden met dezelfde specificatie motor tijdens de tests.”
“De hoeveelheid data die het oplevert is soms weliswaar beangstigend, maar toch super waardevol voor de afwegingen die wij moeten maken wat betreft de fine tuning van de motor”, stipt Cowell aan, waarbij hij naar nog een ander voordeel wijst: “Door dit hele leerproces zien we het ook veel sneller als er een probleem met de motor is.”
“Vaak is het zelfs zo dat we een eventueel probleem eerder waarnemen bij een klantenteam, dan bij onze eigen renstal. En zodra zich bij één van onze klanten een probleem voordoet, kunnen we dat verhelpen voordat ook onze andere formaties er last van krijgen.”