Onder motorcoureurs is Mugello wat Spa voor de Formule 1-coureurs is, het ultieme circuit. Oud-125 cc- en Moto 3-coureur Jasper Iwema kwam er tijdens zijn carrière vijf keer uit en staat er zelfs voor eeuwig in de recordboeken. De Drent is ontzettend benieuwd hoe een Formule 1-race op het Toscaanse circuit gaat uitpakken. Maar één ding weet hij nu al zeker. “Het wordt echt een rollercoaster.”

De beroemdste bochtencombinatie van het Autodromo Internazionale del Mugello is waarschijnlijk de Arrabbiata 1 en 2. Vrij vertaald ‘boos en hongerig’. Want dat is het circuit in Mugello, een ruim 5 kilometer lang lint met een ware adrenaline-garantie. “Het heeft één van de mooiste lay-outs van Europa, het circuit vloeit heel mooi”, vindt Iwema, die na zijn raceloopbaan tegenwoordig als ijsracer actief is.

Meeste fotofinishes
“Een race in Mugello staat in het motorracen eigenlijk altijd garant voor spektakel”, vervolgt de Drent. “In de lichtere klassen is slipstreamen vooral heel belangrijk, het veld blijft daardoor dicht bij elkaar. Het is vaak tot de laatste ronde toe altijd spannend. Degene die als eerste uit de laatste bocht komt, is door de lange run naar de finish nog lang niet zeker van de overwinning. Ik denk dat Mugello misschien wel de meeste fotofinishes heeft. Zelf had ik er één in 2013, dat ging om het laatste WK-punt. Het verschil was minder dan een duizendste en nauwelijks waar te nemen. Maar ik kreeg uiteindelijk het punt.”

Iwema haalt het al aan, het rechte stuk van Mugello is ruim een kilometer lang. Het is te vergelijken met dat van Sjanghai. Bij de motoren worden er de hoogste snelheden van het seizoen gehaald, het record in de MotoGP staat op 356 kilometer per uur. “Ik ben nog altijd in het bezit van het record in 125cc”, vertelt Iwema nog trots. “Ik haalde eens 256. En dat record blijft ook staan, want de huidige Moto3 komt daar niet meer aan.”

Goede voorbereiding is het halve werk
Inhalen gebeurde bij de motoren dus veelal op het rechte stuk: “En dan moest je er voor zorgen dat de ander in bocht 1 wijder uitliep zodat je zelf meer snelheid kan meenemen voor de volgende links-rechts.” In het slingerende gedeelte dat volgt, zijn er voor motoren nog enkele mogelijkheden om in te halen. Voor de Formule 1 wordt dat iets lastiger, is de inschatting van Iwema. “Daar is het misschien iets te smal voor, het is voor de auto’s al moeilijk om te volgen. Qua breedte is het misschien te vergelijken met Barcelona. Het zal vooral op het rechte stuk moeten gebeuren.”

De inhaalacties zelf zijn door het gebruik van de DRS misschien niet al te spectaculair, de voorbereiding zal echter wel enig vernuft vragen. Iwema: “De laatste sectie, vanaf de doordraaier naar rechts, zal in zijn geheel heel belangrijk zijn. Daar moet je met voldoende snelheid uitkomen om je vervolgens in de snelle chicane en de laatste bocht te positioneren voor de inhaalactie.”

Ferrari-feestje
De race is natuurlijk mede door circuiteigenaar Ferrari en het jubileum op de kalender gekomen: de Scuderia viert zijn 1000ste race en had gehoopt het weekend met het rood van de fans te kunnen aankleden. “De sfeer was er altijd fantastisch”, herinnert Iwema. “De tribunes zaten volgepakt met fans van Valentino Rossi in het fluorescerende geel. Maar er was ook altijd veel rood, dat waren de fans van Ducati. Wat dat betreft is het wel zonde dat er nu door de corona-maatregelen geen publiek zal zijn.”

Het zijn overigens niet alleen goede herinneringen die omhoog komen bij Iwema. In 2012 brak hij zijn enkel na een crash op Mugello. “Dat gebeurde in die rechterdoordraaier achterop het circuit, ik had geen remdruk meer”, stelt hij. “Ik weet niet meer wat er gebeurde, maar ik ging hard rechtdoor en brak mijn voet. De volgende dag ben ik met een paar spuitjes toch opgestapt en reed ik een dijk van een race. Ik vocht me terug van plek 25 naar plek 6 tot ik mechanische pech kreeg. Ik reed dat seizoen echt bij een rotteam!”

Kijkende in zijn glazen Formule 1-bol ziet Iwema dergelijk misfortuin niet weggelegd voor de Nederlandse inbreng op Mugello. “Max Verstappen gaat ‘m winnen”, gelooft de Drent. “Hij leert de nieuwe circuits zo verschrikkelijk snel en past zich altijd goed aan: dit is echt een circuit voor hem.”

De Trackguide volgens Jasper Iwema

“Bij het aanremmen van bocht 1 speelt gezichtsbedrog een rol, het lijkt naar beneden af te lopen terwijl het eigenlijk licht omhoog gaat. Na de apex stijgt het flink en zullen de F1-coureurs zoveel mogelijk rechts uit willen komen om snelheid op te bouwen voor de links-rechts. Daarna volgt nog een chicance, waarna het mooiste gedeelte van het circuit volgt. Vanaf Casanova val je als het ware een dal in, steil naar beneden Savelli in. Hier is het van levensbelang zoveel mogelijk snelheid te houden voor de dubbele Arrabiate, vooral de tweede gaat steil omhoog en is nagenoeg blind. Bij het insturen van de chicane val je weer naar beneden, het wordt echt als een achtbaan! In bocht 12 moet je niet te lang wachten met gas geven, want je hebt elke kilometer nodig voor die laatste sector met de Biondetti-combinatie. Die zal volgas zijn voor de Formule 1-jongens. Tijdens de race is het in de laatste bocht erg belangrijk om je te positioneren voor het rechte stuk: je bent gezien als je daar in de fout gaat.”