
Red Bull-technisch directeur Adrian Newey.

De Renault-V6 die door Red Bull wordt omgedoopt tot TAG Heuer. Foto: Renault Sport.
Newey herhaalt verder dat hij vindt dat de balans zoek is in de Formule 1. De rol van motoren is in zijn ogen te belangrijk geworden binnen de driehoek van coureur, chassis en krachtbron die de rangorde zou moeten bepalen. Volgens Newey is dit vooral zorgwekkend omdat de techniek van de in 2014 geïntroduceerde V6-turbokrachtbronnen ‘relatief gezien nog in de kinderschoenen staat’. “En dat betekent dat er nog altijd grote stappen voorwaarts gezet kunnen worden.” Geld is daarbij echter doorslaggevend, suggereert Newey, die stelt dat dit komt omdat je niet, zoals met een chassis, concepten van anderen kan overnemen op basis van bijvoorbeeld foto’s. “Want van de binnenkant van een motor kun je geen foto’s maken. Als je op motorisch vlak een voordeel hebt, is dat dus lange tijd vast te houden.” De enige uitzondering daarop vormt het kopen van kennis door personeel bij een andere fabrikant weg te lokken, legt Newey uit. “Dat zagen we vorig jaar bij Ferrari. Door de kennis die enkele van Mercedes overgekomen mensen met zich meebrachten, maakten zij een aanzienlijke sprong vooruit met hun motor.”