Plotseling stond hij voor de slagboom. Het was een winteravond in november. Tegen zijn vrouw had hij gezegd dat hij zomaar een eindje ging rijden. Dat deed hij wel vaker de laatste tijd. Een heel jaar vrij, dan ga je op een gegeven moment rare dingen doen. Terwijl hij ogenschijnlijk doelloos rondreed door het Engelse platteland merkte hij dat hij langzaam dichterbij Brackley kwam, bij het team van zijn vriend Rubens. Hij was het niet eens van plan, het gebeurde gewoon.

Wat had hij medelijden gehad met zijn oude vriend. Pas nu hij voor het eerst sinds jaren de races op televisie had gekeken, viel hem op hoever Rubens achteraan reed. Ze hadden elkaar nog wel gesproken, via de telefoon. ,,Je bent altijd welkom”, had Rubens toen gezegd. ,,Mensen zoals jij kunnen we altijd gebruiken. Al is het maar om af en toe advies te geven.”

Hij had het maar als een compliment opgevat. Na al die jaren waarin ze hadden samengewerkt bij Ferrari kenden ze elkaars kwaliteiten maar al te goed. Maar echt serieus had hij het aanbod nooit genomen. Er was ook genoeg te doen geweest in zijn sabbatsjaar: lekker zeilen, zijn oude auto’s opknappen. Maar er was toch iets gaan knagen. Misschien kon hij…?

En nu stond hij dus bij de slagboom. Honda Racing Team stond er op. Hij drukte op het knopje van de intercom en noemde zijn naam.

,,Brawn”

De slagboom ging open.