Een bezoek aan Silverstone is gevoelsmatig toch altijd een bezoek aan een andere wereld. Een beetje alsof de tijd er al vijftig jaar stilstaat. Met FORMULE 1 Magazine verblijven we voor de Grand Prix al sinds jaar en dag in Stony Stratford, weinig meer dan een gehucht, zo’n vijftien kilometer van het circuit vandaan. Britser dan Stony Straford bestaat niet.
Het dorp bestaat feitelijk uit één hoofdstraat met een paar huizen eromheen, een beetje in de stijl van Coronation Street, de klassieke Britse tv-soap over een volkswijk in Manchester. Als je in Stony Stratford lekker wilt eten, ga je naar The Cock Hotel (what’s in a name?), de lokale pub luistert naar de naam Fox & Hounds en de muren van veel huizen staan schots en scheef, alsof ze ieder moment kunnen omvallen.
Op ons onderkomen valt overigens helemaal niets aan te merken. De uitbaters Jim en Ann zijn allerhartelijkst en zorgen dat het ons letterlijk en figuurlijk aan niets ontbreekt. Al fronste Jim vanochtend wel even nadrukkelijk zijn wenkbrauwen toen hij vernam dat zijn bezoek uit Nederland bij het ontbijt de voorkeur gaf aan toast met jam boven het traditionele Engelse ontbijt van roerei met spek en witte bonen in tomatensaus. Smaken verschillen, zullen we maar zeggen.
Het ritje naar het circuit vormt op de dagen dat er geracet wordt traditioneel ook een stevige uitdaging gezien de enorme toestroom van de Britse racefans, ruim 400.000 over drie dagen. Ook voor de coureurs trouwens. Ik herinner me dat Giedo van der Garde ooit, in 2013 toen hij voor Caterham in de Formule 1 reed, op de vrijdag bijna zijn eerste vrije training miste, tot woede van zijn team. Een motorcoureur loodste hem en zijn Spaanse fysio Carlos last-minute door de file heen.
Zelf hoeven we dramatische verkeersopstoppingen geenszins te vrezen gelukkig. Collega Bas, fotograaf Peter en ik doen het de komende dagen namelijk op onze eigen vertrouwde manier, via een klein verscholen achterafweggetje, vermoedelijk ooit ingefluisterd door Jim.
Een bezoek aan Silverstone, het is eigenlijk als een slok Rivella. Een beetje vreemd, maar wel lekker.