Het voorprogramma van een Grand Prix bestaat meestal uit de GP2, de Porsche Supercup en een race die door de lokale autosportfederatie geregeld wordt. In Barcelona is de Thoroughbred Grand Prix uitgenodigd. Historische Formule 1-auto’s om je vingers bij af te likken. Zolang ze stilstaan tenminste.

En dat deden ze op het Circuit de Catalunya dan ook vooral. De grote tent waar de deelnemers hun auto’s hadden uitgestald had wel wat weg van een museum in noodbehuizing. Naarmate er meer journalisten op het circuit arriveerden werd het bijna een bedevaartsoord voor de oude garde. Sterke verhalen werden opgehaald door ouwe rotten die de auto’s in kwestie nog in hun hoogtijdagen hadden meegemaakt.

Er stond een heel korps aan Williamsen, waaronder de FW08 waar Keke Rosberg in 1982 nog een Grand Prix mee won (en de wereldtitel). Of de Lotus 78, waar Mario Andretti, Gunnar Nilsson en Ronnie Peterson samen zeven zeges mee behaalden. Allemaal schitterend gerestaureerd en in de originele kleuren. Er waren ook zeldzamer auto’s uitgestald: de Minardi F1-185 (1985, Pierluigi Martini, nul punten) of de Osella FA1 (1982, Jean-Pierre Jarier en Riccardo Palettti) En dan de Brabham BT34, alias ‘Lobster Claw’, omdat hij met zijn luchthappers aan weerszijden van de neus wel wat wegheeft van een kreeft. Uit de tijd dat Formule 1-auto’s nog niet allemaal op elkaar leken.

Maar dan gaan de heren de baan op. Voorzichtig natuurlijk, want de peperdure klassiekers moeten wel op het asfalt blijven. In het tempo waarmee ze over de baan gaan is het trouwens lastig om bij een spin zover door te schuiven dat je in de buurt van het grind komt. Al houdt een enkeling er zo’n laag tempo op na dat de banden mijlenver van de bedrijfstemperatuur blijven en er in een bocht wat heen en weer geschoven wordt. Oei, gauw van het gas! Keke Rosberg, present in Barcelona om zoon Nico bij te staan, zal zich wel hebben afgevraagd welke huisvrouw er met zijn Williams aan het knoeien was.

De Brabham BT34 werd bestuurd door een man die ongeveer even oud moet zijn als de originele bestuurder, twaalfvoudig Grand Prix-winnaar Carlos Reutemann. Maar die Reutemann zou ook op zijn oude dag echt nog wel wat meer gas gegeven hebben dan deze gerimpelde pensioensgerechtigde. Na twee rondjes zette hij de auto in de pit. Zijn vrouw moest hem met een hijskraan uit de auto takelen. Bij wijze van spreken dan. Een ander remde telkens veel te vroeg, gaf dan weer wat gas bij om de bocht te halen en schakelde alsof hij zijn hele leven in een automaat gereden had. Die klassieke Formule 1-auto’s zijn mooi, maar dan mogen er voortaan ook wel wat klassieke coureurs bij worden ingevlogen.

Mischa Bijenhof