Verschillende teambazen in de Formule 1 denken dat het systeem van paydrivers niet langer van toepassing is. Volgens hen is door de competitieve aard van de sport en de gezonde financiële staat van de Formule 1 het niet langer meer nodig om paydrivers op te zoeken.
De naam ‘paydriver’ wordt vaak gebruikt voor coureurs die op eigen prestatie niet in de Formule 1 zouden komen, maar die dankzij een flinke smak (sponsor)geld toch een stoeltje veilig weten te stellen. Een recent voorbeeld is Nikita Mazepin, die dankzij de financiële influx van zijn vader een plekje bij Haas wist te krijgen, ook al waren zijn prestaties niet bepaald F1-waardig. Ook coureurs als Nicholas Latifi, Lance Stroll en in mindere mate Guanyu Zhou hebben deze noemer opgespeld gekregen.
De Formule 1 is nou eenmaal een dure sport, en teams kunnen vaak maar al te goed wat extra geld gebruiken om een voordeel te behalen op hun concurrentie. Althans, dat was lange tijd het geval. Volgens Haas-teambaas Guenther Steiner is dat mede door de budgetcap niet langer meer aan de orde. “Vroeger had je teams die het financieel zwaar hadden”, legt Steiner uit. “Maar tegenwoordig zijn er gewoon tien sterke teams hier. Tegenwoordig is niemand meer afhankelijk van een pay driver, omdat de Formule 1 het zo goed doet.” Ook Franz Tost van AlphaTauri kan zich daar in vinden. “Een paydriver is meestal ook niet zo goed, dus met het instellen van de superlicentie heeft de FIA al een goede barricade voor opgeworpen.”
Volgens James Vowles is het belangrijkste tegenwoordig dat er simpelweg een goede coureur gevonden wordt. “De verschillen zijn soms maar een paar milliseconden. Je wil dan echt dat de beste coureurs in die auto’s zitten die keihard hun best doen. Het gaat er niet om dat je een paar miljoen extra in het laatje brengt, dat komt ook wel als je een stap hoger in het kampioenschap eindigt.”
Investeren in coureurs
Daarom vinden de drie teambazen het ook zo belangrijk om in de jongere coureurs te investeren. “Als een coureur zijn superlicentie verdient heeft in de juniorencompetities, dan komt hij alsnog wel in de Formule 1. Dat is het beste voor zowel de coureur als het team”, oordeelt Tost. Steiner voegt daar aan toe: “Alleen maar geld neerleggen is tegenwoordig niet genoeg meer. Als je niet goed bent, dan kom je niet meer binnen. De teams willen dat niet meer.” En ook Vowles kan zich daar goed in vinden, aangezien Williams een beroemd en succesvol opleidingstraject voor jongere coureurs heeft.
“Je ziet gewoon dat teams nu investeren in jonge coureurs, al op het niveau van karten. Je betaalt dan voor een coureur om stap voor stap naar boven te klimmen. Het resultaat van zo’n investering, is dat als de coureur dan uiteindelijk bij ons terecht komt diegene ervaren is en zijn plekje verdient heeft. Het is echt niet zo dat niemand meer op zoek is naar jonge rookies, absoluut niet. Maar het idee dat je een paar miljoen neergooit en dan in de auto mag zitten, dat kunnen we gewoon niet meer veroorloven, want dan val je weg in dit veld.”
Het speciale Dutch GP bewaarnummer van FORMULE 1 Magazine ligt nu in de winkel en kan ook online besteld worden, met gratis bezorging in heel Nederland! Geniet nog even na van de spectaculaire Dutch GP in Zandvoort, in woord en beeld. Zo geven experts uit de paddock hun visie op het extreem hoge prestatieniveau van Max Verstappen. In dit nummer verder onder andere:
- Verstappens koninklijke show in Zandvoort: ‘Max nader de perfectie’
- Reportage: Zijn de dagen van Sergio Pérez bij Red Bull geteld?
- André Rieu ontroert 100.000 fans met Wilhelmus: ‘Dit is echt een hoogtepunt’
- Kruisbestuiving Red Bull & Alinghi: Formule 1 te water
- Fotoreportage Andreas Terlaak: Over meeuwen, een stilleven en veegwagen
- Columns Rob Kamphues & Nelson Valkenburg
- En verder de beste verhalen en het mooiste beeld van de spectaculaire Dutch GP