Alfa Romeo was ook al actief in de autosport, net als Mercedes-Benz. De verdere ontwikkeling van de autosport kwam echter stil te liggen toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Toen deze in 1945 was afgelopen begon men weer langzaam aan met autoracen. Eerst zonder Duitsers: die hadden straf. Daarna, toen de F1 al een poosje bestond, weer met.
Grands Prix werden voor de oorlog ook al bij bosjes verreden. In 1950 werden de races samengebundeld in een kampioenschap. De Formule 1. Op 13 mei van dat jaar werd de eerste F1-Grand Prix ooit verreden. Op Silverstone. Waar toen mensen als Giuseppe ‘Nino’ Farina en Juan Manuel Fangrio rondreden, zullen vanaf morgen Sebastian Vettel en de zijnen over hetzelfde circuit, niet dezelfde lay-out, scheuren.
De Grand Prix van Groot-Brittannië werd een prooi voor Alfa Romeo. Om specifieker te zijn: voor Farina. De Italiaan, die 43 was toen de race werd verreden, domineerde het gehele eerste Formule 1-weekend. Met 1:50.8 was hij in de kwalificatie twee tienden sneller dan Luigi Fagioli en Fangio, ook beiden Alfa Romeo, en meer dan een seconde sneller dan de 1:52.2 van Reg Parnell, ook al in Italiaanse dienst.
In de race bleef Alfa Romeo de Grand Prix domineren. Farina pakte na zijn poleposition ook de snelste ronde en de eerste Formule 1-zege. Fagioli werd pal achter hem tweede en Parnell mocht ook naar het podium. Fangio niet: de Argentijn viel uit met een olielek.
Het was het begin van een jaar waarin Alfa Romeo de beste was. De race erop, in Monaco, won Fangio. Ook de Indy 500 telde mee in het kampioenschap. En daarom gingen er na drie races drie coureurs aan de leiding van het kampioenschap: Farina, Fangio en Parsons, die op Indianapolis won, hadden elk negen punten.
De races in Zwitserland en Italië, de slotrace van het eerste F1-seizoen, werden een prooi voor Farina. De andere twee Grands Prix, van België en Frankrijk, won Fangio. Farina werd de eerste wereldkampioen in de Formule 1. Omdat hij in Italië won en Fangio uitviel.
Het was een succes dat Farina daarna niet meer kon herhalen. In 1951 won hij nog een race, net als in 1953, maar daarna was het wel een beetje afgelopen met de successen van de coureur uit Turijn. Van Fangio is het verhaal natuurlijk bekend. In 1951 pakte hij zijn eerste titel en vanaf 1954 won hij nog vier titels.
En Alfa Romeo? Het Italiaanse merk werd in 1951 nog kampioen met Fangio. Daarna was de koek wel op. Eerst kwam de tijd van Ferrari, Mercedes en Maserati. Daarna was het tijd voor de Britse garagisten. Alfa Romeo hield het na 1951 voor gezien. De Italianen kwamen in het turbotijdperk nog even terug naar de sport, maar een succes werd het niet.
Silverstone is wel gebleven. Al stond de race niet altijd op de kalender. Ook Aintree en Brands Hatch mochten de race organiseren. Op Aintree werd vanaf 1955 tot en met 1962 de Britse GP vijf keer verreden en vanaf 1964 rouleerde Brands Hatch tot en met 1986 om het jaar de race met Silverstone.
Sindsdien is de Britse GP niet meer ergens anders georganiseerd, ondanks plannen van Donington om het evenement over te nemen. Wel heeft het circuit in Silverstone de nodige veranderingen ondergaan. Dit jaar wordt het nieuwe pitcomplex in gebruik genomen en is de start/finishlijn verlegd naar het nieuwe gedeelte van de baan. Bochten met illustere namen als Copse, Maggotts, Becketts en Stowe zijn echter nog steeds onderdeel van dit unieke circuit. Dat wordt dit weekend dus weer smullen.
Tijdschema Grand Prix van Groot-Brittannië 2011
Vrijdag 8 juli
10:00-11:30 Eerste vrije training
14:00-15:30 Tweede vrije training
Zaterdag 9 juli
11:00-12:00 Derde vrije training
14:00-15:00 Kwalificatie
Zondag 10 juli
14:00-16:00 Race