Daan de Geus
7 april 2014
Motorleverancier Renault denkt het ook tijdens de volgende race – in China – op vermogen af te moeten leggen, maar daarna moet het dan toch echt beter gaan.
Hoewel Renault na afloop van het raceweekend in Bahrein tot haar tevredenheid kan constateren dat de meeste betrouwbaarheidsproblemen inmiddels verholpen zijn – ‘het worden er minder en minder’ – moet de Franse firma aan de andere kant toegeven dat haar V6-krachtbron nog immer flink wat vermogen mist.
“Hoewel we al een stuk competitiever zijn, kijken we nog altijd tegen een flinke achterstand aan op de snelste jongens”, draait Renaults Rémi Taffin er niet omheen. “We bevinden ons in dit geval in de rol van achtervolger, aan de staart van de groep, en we zullen flink jacht moeten maken om het gat in te lopen”, ziet hij in.
Het positieve is echter dat Renault zich door de verbeterde betrouwbaarheid meer en meer op de performance van haar motor kan concentreren. “Naarmate we onze aandacht steeds meer daarop kunnen richten, gaat het ook steeds beter”, vertelt een hoopvolle Taffin.
“Dat we inmiddels al enigszins partij kunnen bieden aan de anderen, geeft bovendien veel motivatie voor de aanstaande testdagen in Bahrein, waarvoor we voor alle vier onze teams volle programma’s hebben opgesteld.”
“Met de updates die we de komende dagen testen, verwachten we onze teams in de races na die in China een stuk verder vooraan te zien”, aldus Taffin, die denkt dat China nog wel lastig wordt ‘vanwege het lange rechte stuk’, maar dus op beterschap rekent voor daarna.