Daan de Geus
19 september 2015
Felipe Nasr en Marcus Ericsson zijn er niet in geslaagd in hun geüpdatete Saubers door Q1 te komen. In VT3 zat er echter nog een Sauber-coureur bij de eerste tien, dus de teleurstelling overheerst.
“We hadden na de derde vrije training meer verwacht, dus dit is teleurstellend”, zegt teambaas Monisha Kaltenborn, doelend op de zestiende startplek van Felipe Nasr en de zeventiende van Marcus Ericsson. Dat het niet best ging, doet volgens Kaltenborn niet af aan het potentieel van de updates die Sauber heeft gebracht voor haar C34-bolide: “We wisten van tevoren immers al dat we er op dit circuit niet het maximale uit zouden kunnen halen.”
Nasr draait er evenmin omheen dat hij baalt, al was hij na vier kwalificatie-nederlagen op rij wél weer eens sneller dan teamgenoot Ericsson. “Het team en ik hadden op meer gerekend, maar ik had moeite de banden op temperatuur te krijgen. Vooral met de snelle super softs is dat een probleem. Wel ben ik blij dat de balans goed was, ondanks dat andere teams meer tijd wist te vinden naarmate de baan sneller werd”, verhaalt Nasr.
Ericsson, die in de kwalificatie een tiende langzamer was dan Nasr, was de Sauber-rijder die in VT3 bij de snelste tien zat: “Zeker daarom is dit erg spijtig”, verzucht hij. “Het zat echter allemaal dicht bij elkaar in Q1. Ik had verder ook pech met verkeer, waardoor mijn rondje niet zo goed was als het had kunnen zijn. We beginnen deze race van ver terug, wat niet ideaal is, maar morgen is een nieuwe dag om er het beste van te maken.”