Mark Webber heeft in België voor de zoveelste keer een goed resultaat verspeelt door slecht uit de startblokken te komen. Zijn derde startplaats leverde hem uiteindelijk de vijfde plek aan de finish op.

“De twee proefstarts die we onderweg naar de grid en later tijdens de opwarmronde deden waren al niet goed, dus ik moest vlak voor de start snel nog met het team overleggen om te kijken of we iets konden veranderen aan de instellingen van de koppeling. Dat maakte de start erg tricky voor me”, vertelt de Red Bull-coureur, die naar de zesde plek terugviel, aan Autosport.

“Ik zat dus in het verkeer en als je dan mensen gaat inhalen weet je dat de bandenslijtage veel groter is dan normaal”, verzucht Webber, voor wie er waar het daadwerkelijke posities betrof niet zo heel veel in te halen viel: de Australiër wist nog wel een plekje goed te maken door Jenson Button te verschalken, maar kwam daarna klem te zitten achter Nico Rosberg.

“Nico was sterk in de eerste sector en wij hadden niet genoeg topsnelheid om hem te passeren”, zo legt Webber zijn vinger op de zere plek. Een gok met de strategie bood ook al geen uitkomst: “Ach, we moesten toch iets proberen”, zegt Webber. “Als je achter ligt, kun je niet anders. Onze slechte positie op de baan, veroorzaakt door de start, bleek echter onze achilleshiel. Qua tempo zat het namelijk wel goed, maar we konden niet laten zien hoe snel we waren.”