Startnummer 1: Sinds 2015 maar zelden gezien
Red Bull
Daan de Geus
1 april 2020
In de rubriek ‘het startnummer’ pakt FORMULE 1 voor elke dag van de maand april het bijbehorende startnummer erbij. Aan de hand daarvan staan we stil bij de historie van het nummer, een grote naam die ermee reed, of juist een grote onbekende. Vandaag het nummer dat iedereen zou moeten willen, maar zeldzaam is geworden: 1.
Het blijft toch gek: geen nummer 1 op de grid. Sinds de heren coureurs met ingang van 2014 hun eigen startnummers mogen kiezen, reed de titelverdediger er alleen in dat eerste jaar nog mee op de auto. Dat was Sebastian Vettel, die het na vier titels op rij (van 2010 tot en met 2013) zeker en vast verdiend had. Hij prijkte trots voorop de Red Bull RB10, de 1. Na de enkele vinger die Vettel altijd op stak na wéér een zege in zijn kampioenschapsjaren – 34 in die vier jaar tijd. Na de status die hij binnen het team genoot, en volgens sommigen zelfs in de sport. Het bracht hem echter geen geluk, in 2014, toen hij zelf dus voor het nummer koos. Vettel verloor zijn nummer één status in het team aan zijn nieuwe teamgenoot Daniel Ricciardo, en het vingertje kon geen één keer in de lucht. Geen poles, geen zeges. Hij eindigde in het WK op de plek van zijn vooraf al gekozen ‘eigen’ nummer, als vijfde. Dat was dan ook het nummer dat hij voor 2015 meenam naar zijn nieuwe team Ferrari. 5, in plaats van het zo gehoopte 1. Het nummer 1 was in 2015 helemaal niet terug te vinden op de grid. Lewis Hamilton, de kampioen van 2014, hield vast aan zijn eigen 44. Vanwege wat het voor hem betekent, vanwege wat hij ermee heeft bereikt in de Formule 1 en als jongeling in de karts. En, laten we eerlijk zijn, ook omdat het om het eigen startnummer heen draait om het bouwen van je brand. Shirtjes, petjes, miniatuurtjes of sokken: koop ze van Hamilton, en ze zijn met 44 versierd. Sinds 2015 hebben we het nummer één amper nog teruggezien. Met Hamilton die sindsdien op één na elke titel opslokte, en teamgenoot Nico Rosberg die dat in 2016 deed, maar gelijk met pensioen ging. Het nummer 1 maakte alleen nog twee ‘gastoptredens’. In 2018 en 2019 reed Hamilton in de eerste vrije training in Abu Dhabi, met de titel al op zak, met het nummer 1 op de neus van zijn Mercedes. In beide gevallen bleef zijn auto echter officieel ingeschreven onder 44, en stond ook dat nummer nog op de auto. Het blijft toch gek: geen nummer 1 op de grid, maar het kwam vroeger trouwens ook nog wel eens voor. Sinds de Formule 1 in 1973 vaste startnummers voor het seizoen invoerde, ontbrak de 1 in 1993 en 1994. De kampioenen van de jaren ervoor, Nigel Mansell in ’92 en Alain Prost in ’93, verdedigen hun titels niet. Zoals in zoveel liedjes gezongen was het nummer 1 die jaren the loneliest number, al reed Damon Hill die beide seizoenen bij Williams met een nog gekker, eenzamer nummer: nul. Lees hier alle delen van het Startnummer terug!Gerelateerd nieuws