In de rubriek ‘het startnummer’ pakt FORMULE 1 voor elke dag van de maand april het bijbehorende startnummer erbij. Aan de hand daarvan staan we stil bij de historie van het nummer, een grote naam die ermee reed, of juist een grote onbekende. Vandaag Jo Schlesser, die door toedoen van het noodlot maar één keer met nummer 18 aan de start stond.
                        
    
    
    
            Nummer achttien: Jos Verstappen reed ermee gedurende het seizoen 1997, Thierry Boutsen gebruikte het tussen 1984 en 1986 bij Arrows en Tiago Monteiro reed er al zijn 37 Grands Prix mee. Maar de nummer achttien die we op achttien april uitlichten voerde het startnummer maar één keer, en wel in zijn eerste en enige Grand Prix.
        
    
    
            
        
                    
    
    
            A jack off all trades, a master of none. Joseph Theodule Schlesser was een allround autocoureur die alles disciplines beheerste maar nergens in uitblonk. In 1952 begon hij met rally’s maar al snel stapte Schlesser over naar de circuits. In langeafstandsraces toonde de uit Liouville in het Noorden van Frankrijk afkomstige Schlesser zich een redelijk snelle, maar tamelijk onstuimige coureur. Vanaf het begin van de jaren zestig waagde hij zich aan Formule 2-races, overigens zonder al te veel succes. Ook op Le Mans was Schlesser geen medaillekandidaat, ondanks optredens bij gerenommeerde teams als NART- de Amerikaanse Ferrari-importeur – en het fabrieksteam van Ford. Zeven deelnames, zeven uitvalbeurten.
        
    
    
            

Schlesser tijdens de trainingen, waar de luchtgekoelde Honda V12 grote problemen kende.
(tekst loopt door onder de foto)
 Kort na de start van de race vielen de eerste regendruppels. Schlesser in de oorverdovende Honda sloot de gelederen, met alleen de slecht gestarte Jo Siffert en de in de eerste ronde gespinde Johnny Servoz-Gavin achter zich aan. Zij waren het die in de Virage du Nouveau-Monda plotseling een zwarte rookkolom zagen opstijgen. Het was de Honda van Schlesser, die in de snelle rechterbocht de macht over het stuur was verloren, waarbij hij over de kop sloeg en ruggelings tegen de afrastering te pletter sloeg. De benzine spoot uit de nog volle tanks, Schlesser moet – als hij de klap al overleefd had – binnen enkele seconden dood zijn geweest.
        
    
    
            
        
    
    
            Kort na de start van de race vielen de eerste regendruppels. Schlesser in de oorverdovende Honda sloot de gelederen, met alleen de slecht gestarte Jo Siffert en de in de eerste ronde gespinde Johnny Servoz-Gavin achter zich aan. Zij waren het die in de Virage du Nouveau-Monda plotseling een zwarte rookkolom zagen opstijgen. Het was de Honda van Schlesser, die in de snelle rechterbocht de macht over het stuur was verloren, waarbij hij over de kop sloeg en ruggelings tegen de afrastering te pletter sloeg. De benzine spoot uit de nog volle tanks, Schlesser moet – als hij de klap al overleefd had – binnen enkele seconden dood zijn geweest.
        
    
    
            

De ambulance op weg naar het ongeluk van Jo Schlesser. Het medisch personeel kon weinig anders doen dan het lichaam van de Fransman bergen.
 
        
        
 
                                                 
             
             
            