Superleague Formula: cup met kinderziektes
In het eerste weekend van haar bestaan heeft de Superleague Formule twee dingen bewezen. Ten eerste dat autosport toch echt iets heel anders is dan voetbal, ten tweede dat een nieuwe raceklasse altijd kinderziektes heeft. Daar kunnen Yelmer Buurman en Robert Doornbos over meepraten.Het blijft een beetje raar, de combinatie van voetbal en autosport. Maar de organisatie van de [xlink www.superleagueformula.com}Superleague Formula{xlink] gelooft heilig in de nieuwe formule. Net als de voetbalteams die hun naam aan de teams hebben verbonden – en niet meer dan dat trouwens.
Superleague Formula wordt niet betaald door de voetbalclubs, maar door de deelnemende teams en hun sponsors. Zeventien teams hebben zich inmiddels verbonden met de Superleague Formule en volgens de organisatie staan er nog zo’n dertien te trappelen om mee te mogen doen. Met Doornbos en Buurman heeft Nederland twee coureurs in deze raceklasse. Doornbos rijdt in de auto van AC Milan, Buurman in die van PSV Eindhoven.
Eigenlijk is de Superleague Formula een soort merkencup: er wordt geracet in identieke auto’s (met een stoer klinkende 4,2-liter V12 aan boord) die elk een voetbalteam vertegenwoordigen. Het sportreglement bevat ook allerlei – al dan niet vergezochte – regels waarin de link met de voetballerij wordt gelegd, Vooral de kwalificatie is daar een bewijs van: de coureurs loten eerst om uit te maken in welke van twee groepen ze mogen kwalificeren: groep A of B. Vervolgens gaan de auto’s uit groep A en daarna die uit groep B onderling kwalificeren.
Daarna volgt de kwartfinale: de snelste auto uit groep A rijdt tegen de vierde auto van groep B. De tweede van groep A gaat tegen de derde van groep B en zo verder. De auto’s rijden twee aan twee met een gat van ongeveer 10 seconden tegen elkaar, waarbij de coureur die de snelste was in de vorige kwalificatie mag kiezen of hij voorop of achteraan wil rijden. Tot slot volgen de twee semi-finales onder de snelste vier, waarin wordt uitgemaakt welke auto op pole komt.
Van de twee Nederlanders vergaat het Doornbos in de kwalificaties het slechtst; de Rotterdammer haalde de kwartfinale, maar daarna gaat het bergaf. ,,Eerst reed de man voor me (Kasper Andersen in de Olympiakos-auto) veel te langzaam, waardoor ik hem bijna inhaalde. Dat mag niet, dus moest ik van het gas, waardoor de banden afkoelden, wat ook niet handig is. Vervolgens kreeg ik versnellingsbakproblemen, waardoor ik aan het einde van mijn ronde gewoon snelheid tekort kwam.’’ Doornbos start daardoor als zevende. Buurman doet het beter. Hij bereikt de shoot-out voor pole, maar kan Davide Rigon (Beijing Gu’aon), die het hele weekend de snelste man is, niet aftroeven. Hij start als derde.
Op de racezondag worden er twee races van 45 minuten verreden. Oorspronkelijk zouden de races elk vijf minuten langer duren, maar omdat onzeker was of de brandstofvoorraad van 150 liter voldoende zou zijn, werd besloten de races in te korten.
De eerste race uit de kersverse klasse loopt uit op een deceptie voor Doornbos; de AC Milan-coureur valt nog geen ronde na de rollende start uit met een opgeblazen V12 – waarmee hij de eer heeft verworven de eerste uitvaller ooit in een Superleauge Formule-race te zijn.
Meteen daarna komt de safetycar de baan op, om de enthousiaste, maar duidelijk meer aan Caterham-races gewende marshalls de gelegenheid te geven om de brokstukken op te ruimen van een botspartij tussen de auto’s van Borussia Dortmund en Corinthians (ofwel Nelson Philippe en Andy Soucek). Uiteindelijk vallen er in totaal zeven deelnemers uit, de meeste met technische problemen. Rigon weet de race van pole tot finish te winnen. Buurman komt als vierde over de streep.
De tweede race (gestart in de omgekeerde volgorde van aankomst van de eerste, zoals in de WTCC), wordt twee uur later verreden in een typisch Britse miezerbui, die vlak na de start omslaat in een niet minder typisch Britse plensbui, wat de coureurs meteen weer een primeur oplevert – de meeste van hen hadden voor het raceweekend sowieso nog maar enkele ronden afgelegd (Buurman had voor de kwalificaties twaalf ronden achter de rug), in de regen had geen een van hen ooit met de nieuwe auto gereden.
In de eerste ronde gaat het al mis voor Al Ain (Andreas Zuber), die na een touché met Glasgow Rangers (Ryan Dalziel) van de baan vliegt – opnieuw verschijnt de safetycar op de baan. Na de herstart, glibberden de overgebleven bolides vrolijk verder, met talloze spins tot gevolg. In een ervan glijdt de auto van Galatasaray (Allessandro Pier Guidi) fraai van de baan en vol op de geparkeerde Al Ain-auto. Het waterballet wordt uiteindelijk gewonnen door Sevilla (Borja Garcia), tien seconden voor Flamengo (Tuka Rocha) en Liverpool (Adrian Valles).
Buurman rijdt een behoorlijk goede race; hij start als elfde en baant zich gestaag een weg naar voren totdat hij een door een andere auto omver gereden reclamebord onder zijn auto krijgt. Hij moet een pitstop maken, verliest vier posities en zet opnieuw de achtervolging in.
Hij finisht als achtste, en zet in de laatste ronde de snelste tijd neer. Hij staat nu zesde in het klassement met 59 punten. Beijing leidt dat klassement, met twintig punten meer. Op de tweede en derde plaats staan respectievelijk Tottenham Hotspurs en Liverpool met beide 72 punten.
,,Ik heb nog nooit een race als deze meegemaakt’’, aldus Buurman. ,,Je kon echt helemaal niks zien, zoveel spray was er. Er stond veel water op de baan, en ik had enorm veel last van aquaplaning, omdat mijn auto te laag stond afgesteld. Daardoor ging ik als het ware drijven – dat veroorzaakte ook mijn spin.’’
Buurman realiseert zich dat die spin hem de race kostte, maar is tevreden. ,,Het ging goed, we konden voor de race nog veel aan de auto aanpassen.’’ En wat vindt hij van de Superleague? ,,Ik vind het een leuk kampioenschap, al zijn er nog was schoonheidsfoutjes. Maar ik zie het wel zitten; er rijden hier veel ervaren, snelle coureurs. Ik kan in deze competitie wel laten zien wat ik waard ben.’’ Genoeg om zich in de kijker te rijden bij iets groters? ,, Dit is natuurlijk een nieuwe klasse, we moeten eerst maar eens afwachten. Een doorgroei naar de Formule 1 is hiervandaan natuurlijk lastiger.’’
Doornbos is allesbehalve tevreden na zijn extreem korte raceweekend. ,, Wat een kampioenschap is dit, zeg. Dit wordt hem niet; hier heb ik ook niet veel aan.’’ En wat vindt hij van de auto? ,,Die is groot en zwaar. En nog onbekend. Elke verandering die we aan de set-up doen levert resultaten op die we vooraf niet hadden verwacht’’, meesmuilt de Rotterdammer. ,,En er zijn nog veel dingen mis. Ik drukte tijdens de training op de push to pass-knop en toen viel mijn hele dashboard uit.’’ Maar Doornbos telt zijn zegeningen: ,,Natuurlijk, het prijzengeld is goed en ik kan racen. Maar gelukkig hangt mijn carrière hier niet vanaf.’’
De eerstvolgende race in het Superleague Formula-kampioenschap is op de Nürburgring op 20 en 21 september. PSV-fans kunnen hun auto op 4 en 5 oktober aanmoedigen; dan landt het Superleague-circus om de hoek, op het Belgische circuit van Zolder.
Gerelateerd nieuws