Jarno Trulli behaalde twee jaar terug in Monaco zijn tot nog toe enige zege. FORMULE 1 RaceReport-medewerker Adam Cooper legt uit waarom het voor hem, en voor Trulli, zo’n mooi weekend was. Met weemoed denkt men terug aan die ene zondag.

Ik zal het Grand Prix-weekend van Monaco in 2004 niet snel vergeten. Mijn vrouw kon ieder moment bevallen van ons eerste kind, dus we hadden vrij veel telefonisch contact gedurende het weekend. Zondagavond was alles in orde toen ik in de auto stapte om aan de 1300 kilometer lange terugreis te beginnen. Die ging dwars door Frankrijk naar ons huis in België. Ik besloot zo snel mogelijk na de race naar huis te gaan. Nog even feesten in Monaco en pas ergens maandagmiddag thuiskomen, dat zou niet zo’n succes zijn.

Uiteindelijk was mijn timing alsnog verkeerd. Ik was nog niet eens halverwege toen er gebeld werd. Kleine Missy had besloten om wat eerder te komen en was inmiddels onderweg. Toen ik in Luxemburg reed, nog steeds een aantal uur verwijderd van mijn woonplaats, ging mijn telefoon opnieuw. Ze was geboren.

Ik was dus veel te laat in het ziekenhuis, zei even snel gedag, bood mijn verontschuldigingen aan en ging weer weg. Probleem was dat ik had afgesproken om maandag een telefonisch interview te doen met de winnaar van de race. Een bekend Brits autosportweekblad zat anders met drie lege pagina’s. Ik moest dus wel…

De man die ik moest bellen was Jarno Trulli. Toen ik hem vertelde dat mijn zondagavond net zo opwindend had moeten zijn als zijn zondagmiddag, feliciteerde hij me. Hij was oprecht. Zo is Jarno, het is een goede gozer.

Jarno was de Grand Prix van Monaco gestart van pole-positie en reed de hele race aan de leiding. Ondanks druk in de slotfase, uitgeoefend door Jenson Button, behaalde hij een glorieuze overwinning. Zijn prestatie was buitengewoon goed, zelfs Fernando Alonso zette hij te kijk. Maar een paar maanden later werd Trulli ontslagen door Renault. Zijn prestaties werden minder en de relatie met Flavio Briatore was niet meer zo goed als voorheen. Het kostte hem de kop.

Vorig seizoen volgde eerherstel, met enkele sterke races achter het stuur van een Toyota. Maar dit jaar presteert het team wat minder. Iets wat ook lijkt te gelden voor Truli zelf. In de kwalificatie wil het nog wel en kwalificeert hij zich vaak genoeg in de toptien. Maar in de races gaat het zo erbarmelijk dat hij nog geen punt heeft gescoord.

Dit had hij er over te zeggen toen ik hem om opheldering vroeg op de Nürburgring, na de race. ,,Het is spijtig dat het in de races niet vlekkeloos gaat. We proberen de reden te achterhalen. We hebben weer het nodige geleerd dit weekend en wat dingetjes aan de afstelling gevonden die ons moeten helpen. In mijn eerste stint had ik al een probleem, om maar te zwijgen over die laatste tien ronden.”

,,Ik merkte in de derde kwalificatiesessie al dat het helemaal niet goed ging. In mijn snelle ronde ging het nog wel, maar verder… Dus ik ging al niet echt optimistisch de race in. En zondagmiddag bleek waarom. Maar ja, dat hoort er bij. En dan had ik in de tweede stint nog een ander probleem met de Bridgestones.”

In Barcelona draaide het wederom uit op een teleurstelling. ,,Na vijf ronden werden mijn achterbanden slecht en kon ik het wel vergeten. Op de tweede set ging het dit keer wel veel beter, ik was bijna een seconde sneller. Over het algemeen was ik meer tevreden over de balans van de auto. Maar we moeten de daadwerkelijke oorzaak van het probleem nu snel zien te achterhalen. De auto reageert niet zoals ik wil, dat is verre van optimaal.”

Dat de Toyota-coureur snel is, staat vast. Over één ronde tenminste. Over zijn racesnelheid zijn altijd twijfels geweest. Maar er bestaat geen twijfel over dat hij zijn best doet om er wat van te maken. Om er zelfs met een slechte auto het maximale uit te persen. Probleem met de bandenoorlog is alleen dat je auto vrijwel nooit de gehele race zo aanvoelt als je zou willen.

Zeker als je auto een Toyota is en je team het moeilijk heeft met de overstap op Bridgestones. En die TF106 mag sowieso wel wat rapper worden. Toch bekijkt de Italiaan het positief. Het potentieel is er, zegt hij. ,,Maar dat moeten we dan wel eens een keer een heel weekend vast zien te houden. De wisselwerking tussen auto en banden moet beter. We moeten het potentieel eens volledig benutten. Ik kijk uit naar het weekend waarin ik eindelijk de perfecte afstelling weet te vinden.”

Jarno heeft er vertrouwen in. Hij denkt dat er nog dit jaar voor een ommekeer gezorgd kan worden. Maar of dat ook daadwerkelijk gaat lukken… De Grand Prix’ volgen elkaar snel op en aan het einde van het seizoen loopt zijn contract af. ,,Ik ben een eeuwige optimistisch”, zegt hij met de nodige zelfkennis. ,,Dat heb ik in de loop van mijn carrière wel geleerd. Ik heb al de nodige pech gehad, dus ik ben er zeker van dat dit op valt te lossen. Het moet gewoon even goed vallen.”

,,Het heeft niet de beste uitwerking op mijn plek in het kampioenschap”, zegt hij cynisch. ,,Vorig jaar had ik zo’n seizoenstart als deze verwacht. Maar dat bleek ik fout te hebben, het liep geweldig! Ik scoorde Toyota’s eerste podiumplek en nog wat andere ereplaatsen. Toen bleek het seizoen nog lang te duren, dat is nu ook zo. We kunnen nog heel wat bereiken.”

Dit weekend komt Toyota op de proppen met de TF106B, een doorontwikkeling van de auto waarmee de eerste zes races mee werd gereden. Het team is voorzichtig met het uitspreken van de ambities, maar de nieuwe bolide zal ongetwijfeld beter zijn op bepaalde vlakken. Wie weet zit het Trulli dit weekend wel mee, want met zijn finesse kan hij het verschil kan maken. Per slot van rekening zette hij er ook eens een Jordan op de eerste startrij.

Mijn dochter viert deze week haar tweede verjaardag, maar de dag dat Trulli won in het vorstendom lijkt al véél langer geleden. En de kans dat hij zondag voor een herhaling zorgt, is erg klein. Maar misschien dat hij er in slaagt om wat van zijn oude glorie te laten zien. Mits hij zich comfortabel voelt in de auto. En zijn banden een keer meewerken…