Het begon met een cynisch antwoord op de vraag wat Max Verstappen van het huidige sprintformat vindt. “I love it”, zei de drievoudig wereldkampioen met een glimlach om na een korte stilte te vervolgen met: “Wil je echt weten wat ik ervan vind? Ik raak er niet van opgewonden.”
Het is algemeen bekend dat de purist Max Verstappen geen fan is van het sprintformat, dat in 2021 werd geïntroduceerd en dit jaar werd aangepast. Op vrijdag één trainingsuur, daarna de kwalificatie voor het hoofdnummer, op zaterdag gevolgd door de sprint shootout en sprintrace en zondag de grote voorstelling. Voor de winnaar van de sprintrace liggen acht WK-punten klaar, voor de nummer acht eentje.
“De moeilijkheid van dit geweldige format is dat je na de training niets meer aan de auto kunt veranderen”, zo opende Verstappen zijn kritische betoog. “Wanneer je eenmaal voor een set-up hebt gekozen, zit je er het hele weekend aan vast. Ik denk dat we maar één kwalificatie nodig hebben waarin je alles geeft. Vanochtend dacht ik: ik sta op pole, maar het is zaterdag en er zijn toch niet veel punten te verdienen. Daarnaast weet iedereen na de sprintrace min of meer wat de snelheid van iedereen is. Dat neemt wat van de spanning weg.”
Spanning die hij als kind voor de televisie zondag altijd voelde: het onvoorspelbare en onverwachte. “Maar wij weten nu ook allemaal al hoe het ervoor staat. Als fan zou ik ook teleurgesteld zijn, omdat je het verloop nu min of meer al kunt uittekenen als er niets geks gebeurt”, stelde Verstappen. “Het neemt wat van de magie weg, als je op zondag opstaat, de tv aanzet en je na de kwalificatie nog niet helemaal zeker weet welke auto nou de snelste is.”
Collega Lewis Hamilton deelt Verstappens mening omtrent het sprintformat niet. “Ik denk dat het voor de fans juist heel leuk is”, aldus de Brit. “Voor mij persoonlijk is het een extra wedstrijd om alles uit de auto te proberen te halen.”