Sebastian Vettel heeft in Zuid-Korea zijn derde poleposition op rij gepakt, maar dat ging niet zonder slag of stoot. Teamgenoot Mark Webber deed ondertussen aan schadebeperking.

Waar Vettel twee weken geleden in Singapore na zijn eerste run in Q3 in de pits kon blijven staan omdat hij zich al verzekerd wist van pole, moest de Duitser nu voor de zekerheid toch nog een tweede keer de baan op om zijn eerste startplaats veilig te stellen.

Hoewel Vettel zijn tweede run op het laatste moment kon afbreken nadat duidelijk was geworden dat Lewis Hamiltons laatste vliegende rondje niet snel genoeg was om hem van de koppositie te verdrijven, was het volgens Vettel toch behoorlijk spannend.

“Het was behoorlijk close”, erkent de Red Bull-rijder. “Mijn eerste getimede ronde in Q3 was heel, heel goed, en ik wist dat het lastig zou worden die tijd zelf nog aan te scherpen, maar gelukkig was het rondje dat ik al had staan genoeg voor pole.”

Met een voorsprong van meer dan twee tienden op Mercedes-rijder Hamilton lijkt Vettel zijn zaakjes toch weer goed voor elkaar te hebben, maar hij rekent zich nog niet rijk. “Mercedes is hier heel sterk en doet het vooral in de middelste sector heel goed.”

“Wij zijn – enigszins verrassend – echter heel snel in de eerste sector, met de lange rechte stukken. Dat is uiteraard handig voor de race, want op de rechte stukken is het een stuk eenvoudiger om tijd goed te maken. In dat opzicht hebben we de balans dus goed voor elkaar.”

Webber
Vettels teamgenoot Mark Webber zette de derde tijd op de klokken. Aangezien hij een gridstraf van tien starplaatsen moet inlossen, begint hij morgen echter slechts als dertiende.

“We hebben daar natuurlijk voor de kwalificatie bij stilgestaan en hebben de auto dus vooral afgesteld voor de race. Ik was daardoor iets langzamer dan normaal, maar gezien hoe dicht het bij elkaar zat in de kwalificatie ben ik hier alsnog best tevreden mee.”

“Ik denk dat we de juiste keuzes gemaakt hebben met oog op morgen. Hoewel ik van ver terug moet komen, ga ik er alles aan doen om me naar voren te knokken.”