Voorbeschouwing: GP van België

De laatste Belgische Grand Prix-zege dateert van 1990: in Hongarije scoort Thierry Boutsen dat jaar zijn derde en laatste overwinning.

Spa-Francorchamps, 1993. Alain Prost begint in zijn Williams als koploper aan de klim door Raidillon. Hij wordt op de huid gezeten door Ayrton Senna, die op zijn beurt Damon Hill op de hielen heeft. Achteraan het veld bungelen Luca Badoer en Michele Alboreto in hun Lola’s. Voor één man zit de race er al op. Thierry Boutsen komt een paar honderd meter na de start krakend tot stilstand; de versnellingsbak van zijn Jordan is kapot. Hij stapt uit en zwaait naar het publiek. Na tien jaar en 163 starts besluit de Belg ter plekke te stoppen met de Formule 1.

“Het was een wederzijds besluit”, vertelt teambaas Eddie Jordan in zijn auto­biografie An Indepedent Man. “De auto was niet zo goed als Thierry had gehoopt en omgekeerd was Thierry misschien ook niet zo goed als wij hadden gehoopt.” Volgens Boutsen zelf ligt het anders: omdat de financiële regeling met het team nog niet rond is, vertelt hij zijn baas pas aan de vooravond van zijn laatste Grand Prix over zijn afscheidsplannen. De race in Spa brengt een anoniem einde aan de Formule 1-loopbaan van een coureur die niet opvallend is, maar wel drie Grands Prix wint en daarmee de beste Belgische Formule 1-coureur sinds Jacky Ickx is.

Boutsen debuteert in 1983 bij Arrows, waar hij vier jaar zal blijven. Hij is constant en betrouwbaar; precies het soort coureur dat het kleine team nodig heeft. Zijn prestaties trekken de aandacht van Benetton, waar hij in 1987 een prima seizoen heeft en in Australië op het erepodium staat. Het volgende jaar is met vijf podiumplaatsen zelfs nog beter.

Frank Williams ziet het wel zitten in de Belg en biedt Boutsen een contract aan voor 1989. Het team is op de weg terug na een kwakkeljaar met Judd. De snelle Renault-motoren en de degelijkheid van Boutsen zorgen voor een opleving: hij wint tweemaal en presteert daarmee boven verwachting. Na 1989 meent de teambaas dat in Boutsen misschien meer schuilt dan een degelijke subtopper. “Hij is net als Prost: je ziet niet dat hij hard gaat, maar hij heeft het in zich wereldkampioen te worden.”

Felicitatie per fax
Maar als Williams Nigel Mansell kan overtuigen terug te keren voor het seizoen 1991, moet Boutsen plaatsmaken. Hij wint in 1990 nog wel de Grand Prix van Hongarije, zijn derde zege. Bij terugkomst in de pits is de teamleiding al vertrokken, de felicitaties volgen twee dagen later. Per fax.

Boutsen weet dat zijn dagen bij Williams geteld zijn en tekent voor 1991 bij Ligier. Het Franse team kan ondanks de Renault-motoren geen vuist maken. Pas aan het eind van zijn tweede seizoen pakt hij er zijn eerste en naar later blijkt laatste punten. Boutsen kijkt al uit naar een plekje in de Indycars als Jordan belt. De Jordan 193, waarmee zijn jonge teamgenoot Rubens Barrichello goed voor de dag komt, is voor Boutsen veel te klein. Het team heeft bovendien geldzorgen en terwijl Barrichello schakelt met flippers achter het stuur, moet Boutsen in de nauwe cockpit van zijn oudere auto ook nog eens een versnellingspook zien te bereiken…

Het is mooi geweest, besluit hij dat weekend in Spa. 25 jaar na zijn laatste Grand Prix juicht Boutsen voor zijn landgenoot Stoffel Vandoorne. Ook Vandoorne is een coureur die niet opvallend is. Daarin zit hem volgens Boutsen, die de Vlaming een groot talent ziet, na twee lastige jaren bij McLaren echter het probleem. “Voor Stoffel is dit seizoen een kwestie van overleven. Zijn toekomst in de Formule 1 staat op het spel”, waarschuwde Boutsen eerder dit jaar al in gesprek met Het Laatste Nieuws. “Hij moet nu toch af en toe eens schitteren, iets moois laten zien.” Anders kan ook voor Vandoorne het einde wel eens komen na een jaar waaraan hij weinig plezier beleeft.

Uitzendtijden GP van België
Vrijdag
11:00 – 12:30 1e vrije training
15:00 – 16:30 2e vrije training
Zaterdag
12:00 – 13:00 3e vrije training
15:00 – 16:15 kwalificatie
Zondag
15:10 – 17:00 race

Dit artikel is een aangepaste versie van een artikel uit FORMULE 1 nr. 11, 2017.