Weblog-woensdag: Bottas weet het zeker: 2019 wordt zijn jaar (Maar dat wordt het niet)
Sutton Images
Daan de Geus
21 november 2018
‘Volgend jaar wordt mijn jaar’. Dat is zo’n beetje de strekking van wat Valtteri Bottas al weken roept en van de winter ongetwijfeld zal herhalen. Met een onvermijdelijk ‘volgend jaar ben ik beter/sterker/sneller’ er achteraan, want Bottas heeft dit jaar zoveel geleerd. Al is een les uit het verleden dat coureurs die roepen dat het straks hun jaar wordt, zelden gelijk krijgen.
“Dit wordt mijn jaar.” Dat is wat David Coulthard in zijn dagen als coureur eigenlijk elk jaar riep, waarop het met dezelfde regelmaat van de klok steevast niet zijn jaar werd.
Mercedes heeft het als team moeilijker en moeilijker en hoewel Bottas de rol van rear gunner (om een andere term uit Top Gun te lenen) geregeld perfect heeft gespeeld voor kopman Lewis Hamilton, heeft hij ook te vaak geworsteld. Zeker na de zomerstop, wat vorig jaar ook al een issue was. Hij kan zelfs de vierde (!) plek in het WK nog verliezen. Natuurlijk, zijn begin van 2018 was sterk – Bottas had drie van de eerste vier races kunnen winnen en gaf later een zege weg in Sotsji – maar dat wordt in het zich in sneltreinvaart voortbewegende Formule 1-circus net zo snel vergeten. Als hij in Abu Dhabi niet wint, staat de onverbiddelijke zegeteller dit jaar voor hem gewoon op nul. Bottas zou de eerste Mercedes-rijder in het hybridetijdperk zijn die een zegeloos jaar kent. Bottas’ status is natuurlijk ook niet te vergelijken met die van Hamilton. Niet binnen het team en niet er buiten. Na Max Verstappens aanvaring met Bottas in Monza schamperde de Nederlander dat hij vooral verbaasd was dat de Mercedes-rijder veertig ronden achter hem was blijven plakken. “Dat was Hamilton of Sebastian Vettel nooit overkomen.” En voor de race in Brazilië liet Verstappen, wellicht met een tikje jaloezie dat aan Bottas een zeldzaam topzitje verloren gaat, optekenen dat Hamilton niet veel concurrentie heeft gehad van zijn teamgenoot. Geen Rosberg
Dat zal in 2019 waarschijnlijk niet veranderen, ongeacht wat Bottas nu weer heeft geleerd. Oké, hij kan er dichterbij zitten, zoals begin 2018. Maar Hamilton echt verslaan, zoals Bottas’ voorganger Nico Rosberg deed, al was het maar een jaar? Los van dat Rosberg (denk ik) sneller was dan Bottas is, heeft Bottas niet wat Rosberg had: die bereidheid het méér dan een strijd op de baan te maken. Een psychologisch spel dat desnoods het hele team verscheurt. Die mentaliteit van uit een gat klimmen door de ander desnoods naar beneden te trekken. Bottas is te net, te veel teamspeler – in zijn vroege Williams-jaren hielp hij het motorhome opbouwen en kisten dragen. Lovenswaardig. Maar hij is niet het type dat straks bij de wintertests in Barcelona ondergetatoeëerd op een stepje aan komt kakken met een ‘come at me bro’-mentaliteit. Wie nooit iets verandert, hoeft ook niet op een andere uitkomst te rekenen. Coulthard erkende dat ook, jaren later: dat zijn motivatie en prestaties eronder leden dat hij bij McLaren weliswaar altijd hetzelfde materiaal kreeg, maar het team nooit écht voor zich wist te winnen. Ondanks dat hij alles deed wat McLaren wilde. Waaronder aan de kant gaan voor Häkkinen. Klinkt bekend, Valtteri?
Vier keer derde en één keer tweede in het WK, dat zijn de hoogtepunten op Coulthards Formule 1-CV. Oftewel: net niet goed genoeg om die felbegeerde titel te pakken. Na zijn carrière gaf hij dat ook toe. Coureurs als Michael Schumacher en Mika Häkkinen, langdurig zijn teamgenoot, ze hadden gewoon meer talent. “Ik had een fantastische kans met een geweldige auto bij een goed team, maar wist dat voordeel niet uit te buiten”, blikte hij in een openhartig interview met ESPN na het beëindigen van zijn Formule 1-loopbaan terug op zijn McLaren-tijd, toen dat nog een topteam was.
Natuurlijk, als hij écht zijn dag had, kon Coulthard iedereen verslaan. Zelfs Schumacher en Häkkinen. Maar, zo moest hij ook toegeven, hij had zijn dag gewoon niet vaak genoeg. Het maakte Coulthard eigenlijk de ideale nummer twee: snel genoeg om een kampioen als Häkkinen scherp te houden, niet snel genoeg om hem met echt iets op het spel te verslaan. In zekere zin is dat ook wat Valtteri Bottas zo’n goede secondant of wingman (al haat hij dat woord) maakt bij Mercedes. De Fin past precies in dat plaatje. Maar hoe lang nog?
ZegetellerMercedes heeft het als team moeilijker en moeilijker en hoewel Bottas de rol van rear gunner (om een andere term uit Top Gun te lenen) geregeld perfect heeft gespeeld voor kopman Lewis Hamilton, heeft hij ook te vaak geworsteld. Zeker na de zomerstop, wat vorig jaar ook al een issue was. Hij kan zelfs de vierde (!) plek in het WK nog verliezen. Natuurlijk, zijn begin van 2018 was sterk – Bottas had drie van de eerste vier races kunnen winnen en gaf later een zege weg in Sotsji – maar dat wordt in het zich in sneltreinvaart voortbewegende Formule 1-circus net zo snel vergeten. Als hij in Abu Dhabi niet wint, staat de onverbiddelijke zegeteller dit jaar voor hem gewoon op nul. Bottas zou de eerste Mercedes-rijder in het hybridetijdperk zijn die een zegeloos jaar kent. Bottas’ status is natuurlijk ook niet te vergelijken met die van Hamilton. Niet binnen het team en niet er buiten. Na Max Verstappens aanvaring met Bottas in Monza schamperde de Nederlander dat hij vooral verbaasd was dat de Mercedes-rijder veertig ronden achter hem was blijven plakken. “Dat was Hamilton of Sebastian Vettel nooit overkomen.” En voor de race in Brazilië liet Verstappen, wellicht met een tikje jaloezie dat aan Bottas een zeldzaam topzitje verloren gaat, optekenen dat Hamilton niet veel concurrentie heeft gehad van zijn teamgenoot. Geen Rosberg
Dat zal in 2019 waarschijnlijk niet veranderen, ongeacht wat Bottas nu weer heeft geleerd. Oké, hij kan er dichterbij zitten, zoals begin 2018. Maar Hamilton echt verslaan, zoals Bottas’ voorganger Nico Rosberg deed, al was het maar een jaar? Los van dat Rosberg (denk ik) sneller was dan Bottas is, heeft Bottas niet wat Rosberg had: die bereidheid het méér dan een strijd op de baan te maken. Een psychologisch spel dat desnoods het hele team verscheurt. Die mentaliteit van uit een gat klimmen door de ander desnoods naar beneden te trekken. Bottas is te net, te veel teamspeler – in zijn vroege Williams-jaren hielp hij het motorhome opbouwen en kisten dragen. Lovenswaardig. Maar hij is niet het type dat straks bij de wintertests in Barcelona ondergetatoeëerd op een stepje aan komt kakken met een ‘come at me bro’-mentaliteit. Wie nooit iets verandert, hoeft ook niet op een andere uitkomst te rekenen. Coulthard erkende dat ook, jaren later: dat zijn motivatie en prestaties eronder leden dat hij bij McLaren weliswaar altijd hetzelfde materiaal kreeg, maar het team nooit écht voor zich wist te winnen. Ondanks dat hij alles deed wat McLaren wilde. Waaronder aan de kant gaan voor Häkkinen. Klinkt bekend, Valtteri?
Gerelateerd nieuws