Hij staat zondag als vierde aan de start van de race waar hij al zijn hele carrière naartoe werkt: Rinus ‘VeeKay’ van Kalmthout begint aan zijn eerste Indy 500, en dat ook nog eens als beste rookie op de grid én met de hoogste startpositie ooit voor een tiener in de meer dan honderdjarige geschiedenis van de Amerikaanse autosportklassieker. Maar wie is Rinus VeeKay eigenlijk?
De Amerikaanse droom van VeeKay begon al vroeg. “Wanneer ik mijn eerste Indy 500 zag, weet ik niet meer. Ik weet nog wel dat ik heel jong was toen ik met mijn vader op de computer zag hoe Arie Luyendyk zijn eerste ‘500’ won. ‘Papa, dat wil ik later ook’, zei ik… ”
De overwinning van Luyendyk op de computer van VeeKay’s vader, was natuurlijk een herhaling. Luyendyk won zijn eerste Indy 500 in 1990. Zijn tweede volgde in 1997 – twee jaar voor VeeKay als Van Kalmthout in Hoofddorp geboren zou worden…
Negentien jaar later zijn alle ogen op hem gericht tijdens de aanloop naar de beroemde 500-mijlsrace in Indianapolis. Rijdend onder ‘artiestennaam’ VeeKay heeft hij zijn visitekaartje dubbel en dwars afgegeven met zijn vierde plek in de kwalificatie, en wil hij hetzelfde doen tijdens het hoofdnummer.
Slaapliedjes en studiebeurzen
De Indy 500 is het kroonjuweel van de Amerikaanse autosport, maar zoals zoveel jonge talenten, droomde ook VeeKay aanvankelijk van de koningsklasse – de Formule 1. “Je mag het aan mijn ouders vragen, maar toen ik jong was, kon ik alleen maar slapen met Formule 1-geluid op de achtergrond! Toen het nog V10’s en V8-motoren waren. Nu kan ik alleen nog maar lage klanken horen”, grapt hij.
Toch was de lokroep vanuit Amerika sterker. “Toen ik vijftien was, net uit de karts, kreeg ik een kans in Amerika in de USF2000 te testen.” De eerste tree op de Indycar-ladder. “Tijdens die test zagen we wat voor mogelijkheden er waren.” De keuze was snel gemaakt. “Ook omdat je in Amerika op de Road to Indy een scholarship-programma hebt, een soort studiebeurzen. Uniek in de autosport. Dat heeft mij erg geholpen.”
Zoals alles in VeeKay’s leven, ging het snel. Na de USF2000 en een tweede plek in de eindstand, werd hij in 2018 kampioen in wat nu de Indy Pro 2000 is. Het seizoen erop werd hij vice-kampioen in de Indy Lights, de klasse net onder de Indycars. Tussendoor werd hij derde in de MRF Challenge en kampioen in het FIA F3 Asian-winterkampioenschap begin 2019.
Talentscout Carpenter
De hoofdprijs in de Indy Lights – de titel en 1,1 miljoen dollar scholarship – gingen nét aan hem voorbij, maar met zes zeges, acht verdere podiumplekken en zeven poles voor het kleine Juncos-team, deed VeeKay van zich spreken. Net zoals hij deed tijdens een tweetal Indycar-tests voor Ed Carpenter Racing (ECR). Ed Carpenter, teambaas én zelf coureur, herkent talent als hij het ziet. Zijn team stoomde eerder Josef Newgarden, inmiddels coureur van topteam Penske en tweevoudig Indycar-kampioen, klaar voor de Indycar-top. Zoals altijd in de autosport, speelde budget echter mee. VeeKay had eigenlijk niet genoeg voor een heel seizoen bij ECR, maar Carpenter deed veel water bij de wijn. Zo graag wilde hij die snelle Nederlandse tiener, die ook door andere teams begeerd werd. “Ed is ver gegaan om Rinus binnen te halen”, klonk het destijds uit de omgeving van het team. Het was een droom die uitkwam, al liep VeeKay’s debuut begin dit seizoen uit op een nachtmerrie. Op de verraderlijke Texas Motor Speedway crashte hij tot twee keer toe. “De grootste teleurstelling uit mijn carrière.” Teambaas Carpenter was niet mild, zei dat VeeKay zijn advies in de wind had geslagen. “Maar we houden nog steeds van hem, hoor”, benadrukte hij. Want bovendien: de snelheid was er wel.Op de fiets
VeeKay sloeg ook sterk terug, finishte de race erop als vijfde op het oude Grand Prix-circuit van Indianapolis. Hetzelfde Indianapolis dat hij tegenwoordig thuis noemt. Hij woont aan de rand van de stad, pal naast het circuit. “Ik heb elke keer als ik uit het raam kijk een geweldig uitzicht!” Hij kan, lacht hij, deze dagen met de fiets naar zijn werk. Een krappe twee weken geleden, op 12 augustus, werd de eerste training voor ‘de 500’ al verreden. Afgelopen weekend de kwalificatie. VeeKay haalde als enige met een Chevrolet-motor de fast nine, de shootout voor pole. Ook daarin imponeerde hij, met de vierde plek.Amazing kwalificatie
“Ik had dat echt niet verwacht”, zegt VeeKay. “Het was een amazing kwalificatie.” De adviezen van de zo ervaren Carpenter, goed voor drie poles op Indy, vonden nu wel gehoor. “Ed heeft me enorm geholpen, wist me precies te vertellen wat voor invloed de wind zou hebben.” Zo staat hij nu niet alleen als vierde op de grid, maar ook als snelste Chevrolet-rijder, snelste rookie én snelste tiener uit de rijke Indycar-geschiedenis. Hij is goed voorbereid voor de race waar hij al zo lang van droomt, nu hij al wekenlang aan het opbouwen is. “We zijn al bijna twee weken aan het rijden. Het maakt de race het absolute piekmoment. Al is elk rondje op de Indianapolis Motor Speedway meer dan ooit gehoopt.” Het is immers waar hij al negentien jaar van droomt. De Indy 500 is zondag vanaf 19:00 te zien bij Ziggo Sport Racing.What’s in a name?
Van Kalmthout of VeeKay: in zijn paspoort staat het een, op zijn raceauto het ander. Hoe het van Van Kalmthout tot VeeKay is gegaan? Het begint met een andere Nederlander met een voor Amerikanen lastige naam: Arie Luijendijk. Of Luyendyk, zoals hij in Amerika heet. “Bij Arie ging het van ij naar y, voor mij hadden we VK bedacht.” Een afkorting van zijn achternaam. “In Nederland werd dat veekaa, in Amerika viekee. Tot een Amerikaanse journalist het uitschreef als VeeKay. Zo is het ontstaan.” Uiteindelijk maakt het hem niks uit hoe hij wordt genoemd. “Het moet een beetje een eigen leven gaan leiden.” Maar mocht hij net als Luyendyk de Indy 500 winnen en zijn naam naast zijn beeltenis op de beroemde Borg-Warner Trophy komen te staan? Geen twijfel: “Dan is het VeeKay.”