“Ik had een megastart”, blikt Coronel terug. “Achter mij ontbrandde de strijd in volle hevigheid en daardoor kon ik een gaatje slaan. In de vierde bocht had ik wat onderstuur, ging te wijd en belandde op het vuile gedeelte van de baan. Ik wist de schade te beperken, maar kwam in een groepje bakkeleiende coureurs terecht en kreeg nog een tik van Villa.”
Op dat moment lag Coronel vijfde. Hij wist Gabriele Tarquini nog te passeren, maar slaagde er niet in de laatste plek op het podium af te pakken van Franz Engstler. Een gemiste kans volgens Coronel. “Dit was echt balen, want ik denk dat een overwinning zeker haalbaar was”, stelt hij. “Ik heb het hele weekend maar één fout gemaakt, maar wel een cruciale!”
Beide races werden gewonnen door Yvan Muller. Zijn Chevrolet-teamgenoot Robert Huff eindigde tweemaal als tweede. In het kampioenschap gaat Huff aan kop, voor Muller en Menu. Achter de drie fabrieksrijders van Chevrolet is Coronel ‘best of the rest’, met een kleine voorsprong op Seat-coureur Tarquini en Tiago Monteiro.