De zomerstop is begonnen, tijd om de tussenrapporten op te maken na de eerste seizoenshelft. Dit keer blikken we terug op de eerste seizoenshelft van Williams, de nummer vijf in het WK.

Het in het verleden zo roemruchte Williams leek in 2014, het eerste jaar van het hybride V6-tijdperk, aan het begin van een wederopstanding te staan. Drie jaar later is de aloude Formule 1-wet dat stilstand achteruitgang is weer eens bewezen en is Williams weggezakt, van de derde naar de vijfde plek in het WK. Dat is misschien waar het op basis van het budget hoort, maar in 2016 verloor Williams de vierde plaats pijnlijk genoeg aan het kleinere en minder kapitaalkrachtige Force India.

Massa viel in Canada uit nadat Sainz een botsing veroorzaakte.

Halverwege 2017 staat Williams ruim achter, met 41 punten tegenover 101 voor Force India. De achterstand kan misschien worden uitgelegd doordat Williams een valse start maakte met het verlies van Valtteri Bottas aan Mercedes in de winter, maar echt op gang komt Williams ook later niet. Het presteert wisselvallig, met Felipe Massa, voor wie tot Bottas’ vertrek geen plek meer was, in het begin de enige puntenpakker. Het moet gezegd dat Massa verfrist oogt bij zijn ‘comeback’, maar hij was in 2016 duidelijk minder dan Bottas.

Stroll crashte een paar keer in zijn eerste raceweekends.

Stroeve start Stroll
Voor zijn nieuwe teamgenoot Lance Stroll is het dus geen goed teken dat Massa hem de eerste zes races om de oren rijdt. De jongeling start stroef. Hij verpest zijn kwalificatie in Australië vooraf met een crash in de derde training, in China botst hij met Sergio Pérez en in Bahrein is hij slachtoffer van Carlos Sainz’ overmoed. De eerste finish komt in Rusland, met P11. In Spanje doet hij voor spek en bonen mee en in Monaco ziet iedereen het vooral als heel wat dat hij ‘m in de kwalificatie en race (na een crash in VT2) uit de vangrail houdt.

Stroll keert het tij pas ’thuis’, in Montréal, met een negende plek. Een race later, in Azerbeidzjan, doet Stroll het gelijk dunnetjes over met P3. Hij viert zijn podiumplek als een overwinning. Het is ook welverdiend. Natuurlijk roepen zijn vele criticasters dat het komt omdat er in Bakoe zoveel uitvallers zijn, maar in tegenstelling tot veel van zijn collega’s houdt Stroll het hoofd koel en maakt hij het hele weekend geen enkele fout.

Stroll kwalificeert zich in Azerbeidzjan ook voor het eerst voor Massa, die na een goed begin wat afzakt. Twee zesde plekken uit de eerste drie races worden opgevolgd met drie negende plaatsen en een tiende in de volgende acht. Met een score van 23 om 18 hoeft Stroll zich geenszins te schamen, maar met het kwalificatieduel op 9 – 1 moet Stroll het op zaterdag beter doen.

(Op basis van het laatste kwalificatiedeel waarin Stroll telkens meedeed.)

Reserve Paul di Resta verving de zieke Massa in Hongarije.

Ommekeer?
Beterschap is ook nodig op de Williams-fabriek, waar bolides van de band rollen die, hard gezegd, elk jaar weer een stukje minder competitief zijn. Zo blijkt uit de terugloop van het puntentotaal: van 320 in 2014 naar 138 in 2016 en nog niet de helft daarvan (41) halverwege 2017. Dat Williams eind 2016 de bezem door het technische team heeft gehaald, lijkt geen seconde te laat.

Met technisch directeur Paddy Lowe en aerodynamica-chef Dirk de Beer heeft Williams grote namen aangetrokken, al is het duidelijk dat ze tijd nodig hebben Williams weer op het juiste pad te krijgen. Met op het rijke verleden of op de rijke papa van Lance Stroll teren, redt Williams het namelijk niet. Misschien moet het eens over de heg bij de ‘buren’ van Force India kijken hoe ze daar zo efficiënt met hun budget omspringen en wel doorgroeien.