Mike Krack

Biografie Mike Krack

Mike Krack (1972) is een man van weinig woorden, maar veel daden. Sinds begin 2022 staat hij aan het roer van het Aston Martin Formule 1-team, waar hij de taak heeft om het Britse merk terug naar de top te brengen. Een uitdaging die hij niet uit de weg gaat, want Krack heeft al een lange en succesvolle carrière in de autosport achter de rug.

Krack begon zijn loopbaan als testingenieur bij BMW in 1998, waar hij al snel de aandacht trok met zijn technische kennis en analytische vermogen. In 2001 maakte hij de overstap naar het F1-team van Sauber. Daar werkte hij als race engineer met coureurs als Felipe Massa en Sebastian Vettel. Hij hielp de Braziliaan aan zijn eerste podiumplaats in 2006 en begeleidde de Duitser naar zijn F1-debuut in 2007.

Na zeven jaar bij Sauber besloot Krack zijn horizon te verbreden en zich te richten op andere raceklassen. Hij werkte kort in de Formule 3, voordat hij in 2010 terugkeerde naar BMW als hoofdingenieur van het nieuwe DTM-programma. Onder zijn leiding maakte BMW een succesvolle rentree in het Duitse toerwagenkampioenschap, met de titel in 2012 als hoogtepunt. Krack liet zich echter niet verleiden tot een lang verblijf bij BMW. Eind 2012 vertrok hij naar Porsche, waar hij betrokken was bij het WEC-project. Hij maakte echter geen deel uit van de glorieuze periode van de Porsche 919 Hybrid, want in 2014 keerde hij opnieuw terug naar BMW.

Terug naar F1

Dit keer bleef Krack langer hangen bij het Beierse automerk. Hij kreeg de verantwoordelijkheid over de Formule E-, IMSA-, en GT-activiteiten van BMW en boekte diverse successen in deze kampioenschappen. Hij was ook aangewezen om het LMDh-project voor het IMSA- en WEC-kampioenschap te leiden. Begin 2022 verraste hij echter vriend en vijand door te kiezen voor een nieuw avontuur in de Formule 1.

“Het is spannend en een eer om benoemd te zijn tot teambaas van het Aston Martin Formule 1-team”, zei Krack bij zijn aanstelling. “Ik heb altijd een passie gehad voor de F1 en ik kijk ernaar uit om samen te werken met een getalenteerd en gemotiveerd team.” Bij Aston Martin werd hij in zijn eerste seizoen na vijftien jaar herenigd met Vettel. Het duo kon echter geen potten breken in 2022, want Aston Martin eindigde het seizoen op de zevende plaats in het constructeurskampioenschap.

Inmiddels heeft Vettel afscheid genomen van de F1. Zijn vervanger is Fernando Alonso, die na een jaar afwezigheid terugkeert op de grid. Krack is blij met de komst van de tweevoudig wereldkampioen, die volgens hem veel ervaring en snelheid meebrengt. “Fernando is een geweldige aanwinst voor ons team”, aldus Krack. “Hij heeft bewezen dat hij nog steeds een van de beste coureurs ter wereld is en ik denk dat hij goed zal passen bij onze cultuur en ambitie.”

Hernieuwde glorie, of een uitschieter?

Krack hoopte bij de start van 2023 dat Aston Martin een stap vooruit kon zetten en kon meedoen om de podiumplaatsen. “We hebben een solide basis om op voort te bouwen, maar we moeten ook realistisch zijn over onze positie”, zegt hij. “Er valt nog veel te leren en te verbeteren, maar we hebben ook veel potentieel en passie. We zullen er alles aan doen om Aston Martin trots te maken.”

Een aantal races verder blijkt dat vertrouwen van Krack terecht te zijn geweest. Vijf podiums in de eerste zes races en nog een zesde podiumplek later in het jaar. Bij het ingaan van de zomerstop staat Aston Martin op de derde plek. Het team is het hele seizoen lang al verwikkeld in een spannende strijd met Mercedes, waar Aston Martin veel onderdelen van koopt. Maar ondanks het succes aan het begin van het jaar, verliest Aston Martin steeds meer terrein. Het team kan de upgrades van de concurrenten niet bijbenen.

“Dat benadrukt wel hoe belangrijk het is om te genieten van de goede tijden, want ze zijn absoluut niet gegarandeerd”, reflecteert Krack na de eerste helft van het jaar. “Aan het begin van dit jaar zeiden we dat het meerdere jaren gaat duren, dat is verder niet veranderd. We zijn nog steeds een groeiend en ontwikkelend team. Momenteel zitten we in de opbouwende fase. We hebben veel vooruitgang geboekt, maar we zijn er nog lang niet.”